Wormen bij de hond of kat

Wormen komen veel voor bij huisdieren. Meestal kun je dit aan de buitenkant van het dier niet zien, omdat alleen de, microscopisch kleine, eitjes in de ontlasting mee naar buiten komen. Wormen kunnen het dier, maar ook kinderen, schade toebrengen. Regelmatig ontwormen, 4 x per jaar, is daarom het advies. Indien u naar het buitenland gaat met uw huisdier, dient u rekening te houden met de hartworm.

Besmetting

Elke pup wordt in de baarmoeder besmet met spoelwormen. Bij de geboorte hebben pups dus al spoelwormpjes in het lichaam. Kittens worden via de moedermelk besmet met spoelwormlarven.

Oudere pups, kittens en volwassen honden worden besmet met spoel- en andere wormen door het eten van microscopisch kleine wormlarven uit de omgeving. De larven worden in de darm van de hond of kat volwassen en leggen eitjes, die de omgeving weer besmetten.

Hartworm wordt op een andere manier overgebracht.

Symptomen wormenbesmetting

De wormen verminderen de conditie van uw huisdier: pups of kittens blijven mager, maar kunnen desondanks een ‘dik’ buikje hebben, groeien slecht en kunnen diarree en gasvorming krijgen, omdat de wormen de darmwerking verstoren. Soms braken de dieren de wormen uit of hoesten ze de larven op als deze op hun trektocht door het lichaam de longen passeren, waarna ze worden doorgeslikt. Een niet ontwormd, jong dier met heel veel volwassen wormen in de darmen, kan een darmafsluiting krijgen. In het ergste geval kan een dier hieraan overlijden.
Bij volwassen honden merkt u meestal niets van een spoelworminfectie. Soms is er sprake van wat dunne ontlasting, zijn ze niet optimaal in conditie of hebben ze chronische maagdarmklachten. Bij longworm staat hoesten op de voorgrond, bij hartworm hartfalen. Bij Franse hartworm kunnen dieren ernstig ziek zijn.

Preventie

  • Laat uw hond uit in een gebied waar de ontlasting opgeruimd wordt
  • Verwijder ontlasting van uw kat uit de tuin en gooi deze bij het restafval en niet in de groenbak, want dan komen de wormen via de compost weer in de tuin terecht
  • Voorkom dat uw dier rauw vlees, orgaanvlees, slakken of knaagdieren eet
  • Ontworm uw hond of kat regelmatig

Ontworming

Pups worden standaard ontwormd op de leeftijd van 2, 4, 6 en 8 weken. Kittens op een leeftijd van 3, 5 en 7 weken. Ontworm de pup en het kitten daarna maandelijks tot ze 6 maanden oud zijn. Zolang de pups en kittens nog bij hun moeder zijn, raden wij u aan om deze tegelijkertijd te ontwormen. Vanaf de leeftijd van 6 maanden is het raadzaam een dier 4 keer per jaar te ontwormen.

Katten die niet buiten komen hoeven maar twee keer per jaar ontwormd te worden.
Bij jachthonden, kennelhonden en honden die buiten leven is het raadzaam elke maand ontwormingsmiddelen te geven. Ook de meeste hartwormmiddelen dienen maandelijks te worden gegeven.

Ontwormingsmiddelen

Er zijn meerdere middelen tegen de bestrijding van wormen. Zo zijn er injecties, pasta’s, tabletten en spot-on middelen (druppel in de nek). Let erop dat u een wormmiddel gebruikt dat een heel breed spectrum aan wormen doodt. Goed om te weten: sommige middelen mogen wel gegeven worden aan pups, anderen mogen pas op latere leeftijd worden toegepast. Niet alle middelen mogen tijdens de dracht worden gegeven. En er zijn ook middelen die eveneens werken tegen vlooien, oormijt en lintwormen.

Als u vragen heeft over de verschillende middelen, dan kunt u altijd terecht bij één van onze assistentes of dierenartsen

Bijwerking van ontwormingsmiddelen

Ontwormingsmedicijnen zijn over het algemeen veilig. In sommige gevallen kunnen bijwerkingen optreden als: braken, diarree, speekselen, gebrek aan eetlust, agitatie, sloomheid, spiertrillingen en dronkenmansgang. Lees voor gebruik goed de bijsluiter en meld een bijwerking bij de daartoe bestemde instanties. Sommige Collies, Australian cattle dogs of honden van verwante rassen zijn overgevoelig voor bepaalde ontwormingsmiddelen. Lees verder bij MDR1 mutatie.

Resistentie tegen ontwormingsmiddelen

Resistentie tegen ontwormingsmiddelen komt bij honden en katten niet veel voor. Bij andere diersoorten zoals paarden is dit echter wel het geval. Bij veelvuldig gebruik van ontwormingsmiddelen in een besloten groep honden kan resistentie optreden. Naast resistentie kan ook herbesmetting de reden zijn dat wormmiddelen niet lijken te werken.

Met name bij kennels is het verstandig regelmatig ontlastingsonderzoek te doen om te kijken of de ontwormingsmiddelen nog wel goed werken.

Ook bij blijvende (chronische) diarree of terugkerende (recidiverende) diarree is het verstandig te kijken of er wormeieren in de ontlasting zitten.

Voor vragen kunt u altijd contact opnemen
Neem contact op