Ruwvoerkwaliteit en ruwvoeranalyse paard

Waarom een ruwvoeranalyse belangrijk is

Ruwvoer maken is bijna hogere wiskunde! Alles begint natuurlijk met wat er op het land groeit. Bij het maaien spelen het groeistadium van het gras, weersomstandigheden en zelfs het moment op de dag een rol. Na het maaien wordt het gras ongeveer een week gedroogd, geperst en al dan niet ingepakt tot kuil/voordroog. Daardoor is geen enkele partij ruwvoer precies hetzelfde. Optisch kunt u een inschatting doen over hoe energierijk het ruwvoer is, maar dit is geen exacte wetenschap, Bovendien kunt u nog zo uw best doen om de gewenste kwaliteit hooi te produceren, het blijft een natuurproduct wat onvoorspelbaar kan zijn.

Een ruwvoeranalyse helpt u om inzicht te krijgen in de voedingswaarde van het hooi, zodat u uw paarden gericht kunt voeren. Gepast ruwvoer is belangrijk om overgewicht, ondergewicht, spijsverteringsproblemen en hoefbevangenheid te voorkomen.

Bij A7 Noord dierenartsen kunt u ook terecht voor voedingsadvies op maat voor uw paard, door onze speciaal hiervoor opgeleide paardenarts.

Wat is goed ruwvoer voor paarden?

Een partij hooi of kuil is niet per definitie goed of slecht, het hangt grotendeels af van het paard waar u het aan voert. Een sportpaard kan veel energie nodig hebben, terwijl een paard met stofwisselingsproblemen juist behoefte heeft aan structuurrijk hooi. Daarom is hooi met “hoge” of “lage” energiewaarden een betere benaming.

Grasland wat bedoeld is voor consumptie door paarden, bevat idealiter een variatie aan grassen en kruiden. Hierdoor is het rijker van structuur en bevat het belangrijke mineralen en vitamines, wat goed is voor de spijsvertering en algehele gezondheid. Dit geldt zowel wanneer het begraasd wordt, als wanneer er ruwvoer van gemaakt wordt. Let extra op Jakobskruiskruid op grasland waar gehooid wordt. Paarden laten het in verse toestand meestal staan, maar kunnen het gedroogd niet meer herkennen, terwijl het giftig blijft. Anders dan boterbloem, dit is in verse toestand wel giftig, maar niet als het gedroogd is. Lees meer over weidebeheer voor paarden.

Geschikt hooi is droog en ruikt fris. Vers hooi is lichtgroenig, de kleur zal met de tijd iets geler worden. Het voelt het licht en los aan. Het mag absoluut niet vochtig of warm aanvoelen of muf ruiken. Uiteraard bevat het geen zwarte of witte schimmelplekken.

Bij voordroog of kuil hoort de verpakking heel te zijn, zonder luchtbellen. De inhoud ruikt licht zuur, maar niet bedorven. De kleur is gelig. Het materiaal is zeer licht vochtig, maar mag niet nat of drabbig zijn. Uiteraard bevat het geen schimmel.

Let er op dat u ruwvoer inkoopt wat bedoeld is voor paarden en niet voor koeien. Ruwvoer voor koeien is over het algemeen te zuur, veel te energierijk en bevat te weinig structuur voor paarden.

Wel echt ongeschikt, is hooi dat:

• Beschimmeld is
• Naar ammoniak ruikt
• Veel zand en/of stof bevat

Met name paarden met luchtwegproblemen, slechte spijsvertering of stofwisselingsproblemen zoals PPID is ongeschikt ruwvoer extra schadelijk.

Variatie in voedingswaarde van ruwvoer

De voedingswaarde van ruwvoer varieert sterk, afhankelijk van:

• De soorten grassen en kruiden die in de weide groeien
• Het groeistadium van het gras (jong gras bevat meer eiwit en minder structuur)
• Weersomstandigheden (bij droogte stijgt vaak het suikergehalte)
• Het moment waarop gemaaid wordt (het gras is in de ochtend suikerrijker)
• De bodemkwaliteit (een rijke bodem levert vaak eiwitrijk hooi)

Eiwit- en suikergehalte gaan niet altijd hand in hand. Eiwit wordt bijvoorbeeld beïnvloed door de leeftijd van het gras en stikstofgehalte van de bodem. terwijl suiker wordt beïnvloed door zonlicht en vocht.

Zelf de kwaliteit van ruwvoer beoordelen

Door uw zintuigen te gebruiken, kunt u al veel te weten krijgen over de kwaliteit en voedingswaarden van het ruwvoer en dus of het waarschijnlijk geschikt is voor uw paarden! Middels een online cursus ruwvoer beoordelen kunt u dit leren. Wij kunnen u een kortingscode bieden voor deze cursus, neem hiervoor contact op met onze praktijk.

In deze cursus leert u onder andere:

• Hoe u hooi moet beoordelen op uiterlijke kenmerken
• Wat de invloed is van bepaalde grassoorten en kruiden op de kwaliteit.
• Hoe bemesting de voedingswaarden beïnvloed
• Of uw paard naast ruwvoer nog ander voer nodig heeft
• Wat er komt kijken bij het maken van hooi en hoe u hooi het beste opslaat

Aanvullend op deze cursus, kunt u ook de online cursus over weidegang volgen, ook hiervoor kunt u onze kortingscode gebruiken.

Wat wordt gemeten bij een ruwvoeranalyse?

Met een analyse krijgt u inzicht in energiegehalte, eiwitgehalte, suikergehalte, vezelstructuur (fijn tot grof) en vochtgehalte. Optioneel kunt u ook testen voor mineralen en sporenelementen.

U kunt het hooi zelf bekijken, ruiken en voelen, maar deze waarden zijn hiermee niet altijd betrouwbaar in te schatten.

Hoe neem ik een goed monster?

Voor een betrouwbare ruwvoeranalyse is het belangrijk om een representatief monster te nemen: Neem plukjes uit meerdere hooipakken, van zowel de binnen- als buitenkant. Zorg dat je meer pakt dan je nodig hebt en meng het goed door elkaar. Verpak ongeveer een emmer vol in een luchtdichte zak. Plak kuilpakken goed dicht na het nemen van een monster.

Neem pas monsters wanneer het ruwvoer ouder dan 6 weken is. Wanneer het hooi namelijk wordt geperst voordat het volledig droog is, kan het eiwitgehalte in deze weken nog dalen. Verpakt ruwvoer maakt per definitie nog een fermentatieproces door, waardoor het niet direct na het inpakken getest kan worden.

Analyse ontvangen, en dan?

Heeft u de uitslag binnen? Dan kunt u starten met het gericht voeren van uw paarden. Op basis van de waarden van energie, suiker en eiwit kunt u bepalen of het ruwvoer geschikt is voor uw paard(en), of dat bijsturen nodig is met aanvullend voer.
Twijfelt u over de interpretatie van de uitslag? Wij helpen u graag met een eerlijk en praktisch voedingsadvies dat past bij uw paard, zijn gezondheid, gebruiksdoel en leefomstandigheden. Neem gerust contact met ons op – wij denken graag met u mee.

Welk paard heeft wat nodig?

De behoefte aan suiker en eiwit in ruwvoer verschilt per paard. Hier geven we een globaal overzicht:

Suikerrijk ruwvoer: Kan geschikt zijn voor sportpaarden die intensief getraind worden. Te vermijden bij sobere rassen, paarden met overgewicht, insulineresistentie (EMS), PPID of (voorgeschiedenis van) hoefbevangenheid.

Suikerarm ruwvoer: Geschikt voor sobere rassen, paarden met stofwisselingsproblemen (EMS, PPID), hoefbevangenheid, of een aanleg daarvoor. Ook een goede basis voor paarden in rust of die in op gewenste conditie zijn.

Eiwitrijk ruwvoer: Ondersteunt spieropbouw en herstel. Geschikt voor paarden in de groei, drachtige of zogende merries, sportpaarden in training, paarden met ondergewicht of herstellende van ziekte. Minder geschikt voor oudere paarden met verminderde nierfunctie of paarden die gevoelig zijn voor overmatige eiwitbelasting.

Eiwitarm ruwvoer: Kan geschikt zijn voor volwassen paarden met relatief weinig werk. Minder geschikt voor opgroeiende paarden, dragende merries of paarden die herstellen van ziekte of spierverlies.

Heeft u meerdere paarden met verschillende behoeftes? Overweeg dan om partijen ruwvoer te scheiden of selectief te voeren in combinatie met supplementen. Wij kunnen u daarbij helpen met een passend voedingsadvies.

Advies op maat met een voedingsconsult

Een ruwvoeranalyse geeft u waardevolle cijfers, maar wat betekenen die nu écht voor uw paard? Onze voedingsconsulent paard Ellen Hartemink vertaalt u de uitslag naar de dagelijkse praktijk. Zo krijgt u niet alleen inzicht in de voedingswaarden van uw ruwvoer, maar ook een helder en persoonlijk advies voor uw paard.

De consulent kijkt samen met u naar de gezondheid, conditie en de arbeid van uw paard. Heeft uw paard aanleg voor hoefbevangenheid of overgewicht? Of juist meer energie en eiwit nodig voor sportprestaties of herstel? Door de analyse te koppelen aan de praktijk ontstaat een voedingsplan op maat.

Neem contact met onze praktijk op voor een ruwvoeranalyse inclusief voedingsadvies.